Vandaag zou het weer een dagje worden vol respect en ingetogenheid. Ja, er stond weer een concentratiekamp op het programma, eentje waar we ver moesten voor rijden. Helemaal naar Oranienburg, vlak bij Berlijn.
Maar onderweg zijn we natuurlijk wel gestopt in een mooi
bos waar wij dan toch wel een poosje hebben kunnen rondlopen zodat we aan het
KZ makkelijk even in de auto konden blijven.
Tja, vorig concentratiekamp hebben de baasjes bijna 4 uur rondgelopen, en ze waren er wel op voorbereid dat het nu ook zo iets ging worden. Maar wonder boven wonder waren ze na 1,5
uurtje alweer terug aan de auto.
Het was er heel erg druk en dat kan baasje niet handelen,
maar ook lag alles heel compact bij mekaar zodat ze ook niet die afstanden
moesten wandelen. En dat vond bazinneke ook wel meegenomen want zij had vannacht
nog een zware reuma-aanval. Maar niks wat de baasjes tegen kan houden om te
bezoeken wat ze absoluut willen zien.
En dit is een stukje verleden in onze grootse wereld, wat nooit vergeten mag worden.
De concentratiekampen, "Arbeit macht frei" de overal gebezigde woorden om de mensen die er binnen komen de illusie te geven dat hard werken beloond kan worden met de vrijheid. Een middel om de dwangarbeiders tot het laatste uit te persen.
Het Concentratiekamp Sachsenhausen, op 35 km. van Berlijn,
werd in de zomer van 1936 opgericht . Het werd gebouwd door gevangenen ter
gelegenheid van de Olympische Spelen.
Dit terwijl Hitler zelf grote sier maakte op de Spelen in Berlijn
kwamen, door wreedheden van de SS-bewakers en door ondervoeding, velen om
tijdens de bouw.
In dit gebouw, de ingang werd beslist over leven en dood, wie was in staat te werken, wie kwam waar terecht?
Het was het 1e kamp dat gebouwd werd nadat Reichsführer-SS Heinrich Himmler tot Chef van de Duitse Politie benoemd werd in 1936.
Het door
de SS-architecten als ideaal ontworpen concentratiekamp, in delta-vorm, zou de
wereld een beeld moeten geven van SS-architectuur. Voor de gevangenen moest het
symbool staan voor de onderwerping aan de absolute macht van het nazi-regime.
Het kamp wordt omringd door een dikke muur van 3 meter
hoog met aan de binnenkant een elektrisch hek. De tussenruimte tussen het hek en
de muur stond bekend als “doodstrook”. Iedereen die in dit gebied terecht kwam,
werd onmiddellijk neergeschoten.
Als concentratiekamp, maar tevens ook als model- en opleidingskamp van
de SS, in de directe omgeving van de Rijkshoofdstad, had Sachsenhausen een
bijzondere plaats in het nationaal-socialistische systeem. Dit werd nog eens
onderstreept toen in 1938 het hoofdkwartier van de inspecteur van de
concentratiekampen van Berlijn naar Oranienburg, nabij het concentratiekamp,
werd verplaatst.
De inspecteur was Theodor Eicke, die eerder in Dachau
werkzaam was. De bewakers van het kamp woonden grotendeels rondom het kamp in
wat tegenwoordig Oranienburg is, zo kon het kamp aan nieuwgierige ogen
onttrokken worden.
Aan de ingang van het kamp “Het
Groene Monster”. Dit is een soort van Casino waar de SS-officieren op hun gemak
konden eten en socialiseren. Gevangen die daar moesten werken en dienen konden
soms wat van het overtollige eten te pakken krijgen, maar ze waren vooral het
middelpunt van spot en dienden vooral als entertainment van de officieren
Desalniettemin was het kamp ook een belangrijke
economische factor voor de bevolking van de stad omdat de lokale ambachtslieden
er ook zelf werkzaamheden uitvoerden en er handel mee dreven.
Gevangenen werden, zoals in andere concentratiekampen
ingezet voor dwangarbeid. Zo maakten bekende bedrijven zoals Siemens, AEG,
Daimler-Benz, IG Farben en Henschel-Werke Berlin, gebruik van de
dwangarbeiders. Wie niet kon werken, tekende hiermee meteen zijn doodvonnis. Arbeidsongeschikten
werden veelal op de trein naar een vernietigingskamp gezet.
Ook vonden er medische experimenten plaats in de ziekenzaal en in het pathologisch laboratorium. Hier experimenteerde Aribert Heim (de Joseph Mengele van Sachsenhausen) op de meest misselijk makende manier, op zowel overleden als op levende mensen onder het mom van de wetenschap.
De vaak ook riskante experimenten bestonden uit sterilisatie, castratie, onderdompeling in koud water, maar het ging nòg verder dan dat. Effecten van mosterdgas en andere giftige chemicaliën werden op het lichaam van de gevangenen getest.
Gevangen werden opzettelijk grote wonden toegebracht om de genezing te bestuderen, kinderen werden besmet met hepatitits B, teneinde de veranderingen in de lever te volgen.
De ziekenbarakken waren jammer genoeg niet te bezichtigen, enkel de buitenkant van de gebouwen.
Het lab, waar zowel experimenten als vivisectie plaatsvonden met de operatietafels zijn nog wel, in al hun gruwelen, te bezoeken. Hier lopen de kouwe rillingen over je rug.
Ook de lijkenkelder (230m²) onder het gebouw is er nog steeds, in zijn originele staat herstelt. Als je daar staat en je beseft dat daar onnoemlijk vele lijken hebben gelegen, mensen die vermoord zijn door het regime.
Langs deze helling werden de lijken in karretjes naar de kelder gebracht.
De omstandigheden in Sachsenhausen waren barbaars. Er
werden dagelijks gevangenen doodgeschoten of opgehangen.
18.0000 krijgsgevangen werden doodgeschoten met een in
Sachsenhausen ontwikkelde nekschotmachine. Deze kwam later in Station Z te
staan.
Dat de kraai hier op het terrein rond huppelt, het lijkt allemaal bij het plaatje te horen. Alsof ook hij wil zeggen dat het allemaal in het teken van dood en verderf staat.
Station Z werd later ook uitgebreid met een gaskamer die
tot het einde van de oorlog dienst zou doen.
Er kwam eveneens een crematiekamer. Hoeveel mensen hier werden gedood en
gecremeerd is onbekend, wel werd later ontdekt dat vele wegen in de omgeving
grotendeels werden aangelegd met een grote hoeveelheid menselijke as.
In 1992 werd een deel van de Joodse barakken verwoest door een antisemitische aanslag. Deze worden nu, deels gerenoveerd, gebruikt als soort van museum.
Hier zijn nog de wasruimtes zien.
Net als de toiletten, het totale gebrek aan privacy.
Wat je ook nog kan zien zijn de bedden (onmogelijk om te fotograferen omdat er zoveel volk rond stond), de kasten, de tafels waar ze moesten eten.
Er was ook een cellenblok, dit was een volledig ommuurde plaats binnen in het kamp. Zo kon niemand zien wat daar gebeurde.
Maar er werd steevast gemarteld en gedood binnen en buiten deze kleine cellen met enkel een stromatras of met heel veel geluk een bed en een stromatras.
Buiten aan het blok staan 3 palen, hier werden gevangen
opgehangen en geëxecuteerd. Hier, op deze plaats zijn liters en liters bloed gevloeid, het is gewoon niet te bevatten.
Ook hier werd altijd alles vanop een wachttoren in de gaten gehouden, klaar om te schieten.
Op het omheinde terrein van het cellenblok nog enkele herinnerings-voorwerpen aan het droeve verleden, ook een paar gedenkplaten aan de muur.
Tussen 1936 en 1945 werden in het concentratiekamp Sachsenhausen
in totaal méér dan 200.000 mensen gevangen gehouden. In totaal zouden hier
tussen de 30.000 en de 50.000 mensen omgekomen zijn door ziekte, uithongering,
uitputting, marteling en executie. Exacte cijfers zijn niet gekend, maar er wordt vermoed dat het dodenaantal nog veel hoger ligt.
Overal op het domein zijn wachttoren, die waren constant bemand, constant het geweer in de aanslag om, zonder aarzelen, een mens te doden. En zo loopt het dodenaantal ook op.
Vele duizenden stierven door de beruchte Dodenmarsen.
Op 20 april 1945 startte van hieruit de “Dodenmars” met
zo’n 33.000 gevangen. Sommigen werden in veewagons verscheept naar Auschwitz en
Majdanek, maar wie daar levend aankwam, werd alsnog om het leven gebracht. Een
colonne van het Rode Leger naderde op 3 mei 1945 de groep waarna de SS-bewakers
vluchtten.
± 3.000 in het kamp achtergebleven zieken, artsen en
verplegers werden op 22 april 1945 door Russische en Poolse eenheden van het
Rode Leger bevrijd. Echter stierven na
de bevrijding nog zo’n 300 gevangenen door ziekte en uitputting.
Op het kampterrein, vlak achter de gemarkeerde plaatsen waar vroeger barakken stonden, staat een herdenkingsstandbeeld ter ere van de slachtoffers en de bevrijders.
Na de bevrijding bleek Sachsenhausen het hoofdkwartier te
zijn geweest van “Operatie Bernhard” waar op grote schaal vals geld werd
gedrukt, naar schatting voor ± 132
miljoen Engelse ponden.
Na de bevrijding werd het kamp in augustus 1945 door de
Sovjet-bezetters als “Speziallager”. Dit zijn interneringskampen door de Russen
gebruikt in bezette gebieden van Duitsland. Zij maakten geen gebruik van het
crematorium en de vernietigingsinstallaties. De andere ruimten werden wel
gebruikt.
Maar eigenlijk is het onvoorstelbaar dat de bevrijder daar dan opnieuw mensen gevangen houdt, zelfs in de cellenblokken.
Na de oprichting van de DDR in 1949 werd het kamp
opgeheven.
In 1961 werd het kamp ingericht als museum en monument.
Aan het kamp zelf, nog binnen de buitenste rij muren, maar net buiten het kamp zelf en vlakbij de ingang lag nog een grote herdenkingsplaats.
Na het concentratiekamp zelf gingen we nog de massabegraafplaats van het kamp zelf bezoeken. Deze ligt achteraan het kamp, vlak aan de commandatuur. Je kan er vanop het kamp zelf niet meer aan, dus even een kleine 2 km rijden.
Daarna was het tijd om even iets anders te doen, even de zinnen te verzetten en zo bezochten we 2 leuke caches. Beiden heel origineel, maar de 2e was een echte doe cache. Wat hebben de baasjes schroeven geschroefd, eerst alles er weer uit en later alles er weer in nadat ze het logboekje hadden getekend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten