Vandaag een dagje met een lach en een traan. Niet alleen hier op vakantie, maar ook in onze thuishaven, waar vandaag afscheid genomen wordt van een heel dierbaar iemand. Dierbaar voor de baasjes, maar ook voor ons.
De hele dag hebben we gedacht aan die lieve dame met haar artistieke talenten, haar liefde voor mens, dier en planten.
De bezoeken aan plaatsen waar mensen hebben geleden of
zijn overleden, zorgden nog sneller dan anders voor een brok in de keel en
traantjes.
Maar ondanks verdriet gaan we verder met onze avonturen,
maar ook met het laten zien aan de wereld dat oorlog alleen maar ellende
veroorzaakt en dat de vrede zoveel mooier is.
Maar eerst gingen we Katje even schoon poetsen aan de
carwash want Katje moet Diamant-wit zijn, maar dat was ze al lang niet meer. Eigenlijk leek ze meer op de Wodan, wit met stippeltjes. Als baasjes ons smeerkezen noemen, dan was Katje dat zeker. Nu worden we weer vervoerd in een schone
auto, net zoals het ons “stoere mannen” betaamd.
En dan echt op avontuur. Eerst en vooral ging het naar een oorlogsbegraafplaats van het Gemenebest.
Deze ligt aan de rand
van Parchim zelf. Hier zijn gedenkstenen voor gesneuvelden uit de 2e Wereldoorlog. Hier liggen echter ook 1402 krijgsgevangenen uit de 1e Wereldoorlog begraven.
Hier vlak bij pakte we ook nog een geocache mee aan een
heel erg mooie boom.
En onderweg naar de volgende locatie werden er ook nog
een paar geocaches gezocht en gevonden. Natuurlijk dankzij onze speurneusjes hè,
allé, sommige toch want er was 1 cache bij die in de boom hing. Nee, baasje
hoefde niet te klimmen, bazinneke was de hengel niet vergeten, dus konden ze
hem zo uit de boom halen. Jongens, jullie moeten die baasjes van ons soms eens
zien doen, wat voor gekke streken die allemaal uithalen. Je wil het niet geloven.
En daar zitten wij dan mee opgescheept.
Maar wij zeggen altijd, ’t kan nog veel erger, dus doen
we maar verder met deze baasjes zo beleven we toch nog wat.
En zo kwamen we aan in Neustadt – Glewe waar we naar een
Sovjet oorlogsbegraafplaats gingen.
Hier rusten Sovjet soldaten die tijdens de 2e Wereldoorlog
zijn omgekomen.
En nadat we weer onderweg waren en nog een cache in een klein dorpje hebben gevonden kwamen we bij het uiteindelijke doel van de dag, Concentratiekamp Wöbbelin. Weer een plaats waar je koude rillingen van krijgt.
In de laatste oorlogsmaanden van WO II werd hier een
buitenkamp van concentratiekamp Neuengamme opgericht. Bij de bevrijding op 2
mei 1945 waren er nog 3.500 mensen aanwezig van de ± 6.000 die er hebben
gezeten. In de 10 weken dat het kamp heeft bestaan zijn er 1.000 gevangen uit
25 landen omgekomen. Hieronder bevonden zich verscheidene Nederlanders en Belgen,
waaronder 1 uit mijn geboortedorp.
Wöbbelin, oorspronkelijk een opvangkamp, veranderde al
snel in een vernietigingskamp. SS’ers doden door geweld, maar lieten de
gevangenen ook sterven van honger, ziekte en uitputting. Een dagrantsoen eten
bestond uit 1 kg brood en ½ liter soep voor
10 gevangenen. Overlevenden vertelden hoe belangrijk het water van de enige
pomp was om te overleven. Honger leidde in het kamp zelfs tot gevallen van
kannibalisme.
De accommodatiebarakken waren nog in ruwbouwfase toen de
gevangen arriveerden, zodat ze op de zandbodem moesten slapen of op zelf geïmproviseerde
bedden van boomstammen.
De als sanitaire vleugel bestemde kazerne (wasruimte en
latrine) werden gebruikt om de lijken op te slaan totdat ze in massagraven
achter de spoorlijn werden begraven. Er was geen medische zorg in de
ziekenboeg, b.v. Zo werd de papieren verpakking van het cement als verband
gebruikt.
Eind april 1945 stierven er elke dag tussen de 5 en 40
mensen, deze werden niet meer begraven.
Op 3 mei 1945 vonden de geschokte Amerikaanse soldaten méér
dan 500 lijken in de “wasbarakken" zoals "gestapeld hout”.
En daarna ging het naar een massabegraafplaats van het concentratiekamp. Deze ligt net aan de andere kant van de spoorweg, vlak bij het concentratiekamp.
En ook al stonden er toen nog een paar caches op het
programma, besloten de baasjes om maar terug naar de camping te rijden. De
ellende en het verdriet van wat ze die dag zagen was te groot om nog lol te
hebben.
Onderweg kwamen we ook nog door een mooi en pittoresk dorpje,
Brenz, vlakbij Parchim. Het is hier zoo anders en ook al is de muur al zovele
jaren gevallen, toch blijft het verschil groot. Hier zie je geen kasten van
huizen, maar kleine, gezellige en kleurrijke huisjes.
En een Pittoresk en schattig uitziende kerk van Alt-Brenz.
En zo kwamen we aan op de camping waar wij nog even
mochten gaan wandelen vooraleer we ons eten kregen.
Wat zijn wij toch gelukkig hè, elke dag 2 X ons bakje
vol, snoepjes en lekker tussendoor. Wandelen en spelen en nu, slapen, lekker
warm onder gedekt of voor de kachel. En altijd samen met de baasjes, altijd
samen.
Wij doen onze oogjes dicht en zeggen, slaap zacht en tot
het volgende avontuur.
Lemmy & Wodan.
oh zo mooie maar zo droevig tres x
BeantwoordenVerwijderen